Jezus openbaart zich op de bruiloft te Kana

“Op de bruiloft van Kana”, aldus de paus in 1997, “houdt de heilige Johannes ons het eerste optreden van Maria in het openbare leven van Jezus voor. Zij toont hiermee haar medewerking aan de zending van haar Zoon.” Teksten van de heilige Jozefmaria over het tweede lichtende geheim van de rozenkrans.

Op de derde dag was er een bruiloft te Kana in Galilea, waarbij de moeder van Jezus aanwezig was. Jezus en zijn leerlingen waren eveneens op die bruiloft uitgenodigd. Toen de wijn opraakte, zei de moeder van Jezus tot Hem: 'Ze hebben geen wijn meer.' Jezus zei tot haar: 'Vrouw, is dat soms uw zaak? Nog is mijn uur niet gekomen.' Zijn moeder sprak tot de bedienden: 'Doet maar wat Hij u zeggen zal.' Nu stonden daar volgens het reinigingsgebruik der Joden zes stenen kruiken, elk met een inhoud van twee of drie metreten. Jezus zei hun: 'Doet die kruiken vol water. Zij vulden ze tot bovenaan toe.' Daarop zei Hij hun: 'Schept er nu wat uit en brengt dat aan de tafelmeester.' Dat deden ze, en zodra de tafelmeester het water proefde dat in wijn veranderd was (hij wist niet waar die wijn vandaan kwam, maar de bedienden die het water geschept hadden, wisten het wel), riep hij de bruidegom en zei hem: ' Iedereen zet eerst de goede wijn voor en wanneer men eenmaal goed gedronken heeft de mindere. U hebt de goede wijn tot nu toe bewaard.' Joh. 2, 1-10.

TEKSTEN VAN DE HEILIGE JOZEFMARIA:

Onder alle genodigden bij een van die lawaaierige boerenbruiloften, waarbij mensen uit verschillende dorpen aanwezig zijn, merkt Maria dat er niet genoeg wijn is (vgl. Joh. 2,3). Zij is de enige die het merkt, en wel onmiddellijk. Wat komen de passages uit het leven van Christus ons toch vertrouwd voor! Want de grootheid van God gaat samen met het gewone, het alledaagse. Het is eigen aan de vrouw, aan een oplettende vrouw des huizes, een nalatigheid op te merken en op details te letten die het leven aangenaam maken. Zó heeft Maria gehandeld.

Doet maar wat Hij u zeggen zal (Joh. 2,5).

(…)

Laten we onze toevlucht tot Maria nemen als we merken dat ons geloof zwak is. De leerlingen geloofden in Hem (Joh. 2,11) door het wonder dat Christus, op verzoek van zijn Moeder, deed op de bruiloft van Kana. Onze Moeder doet altijd een goed woordje voor ons bij haar Zoon, opdat Hij ons helpt en zich aan ons laat zien, zodat wij kunnen belijden: Gij zijt waarlijk de Zoon van God.

Jezus, geef mij dat geloof waarnaar ik echt verlang! Maria, allerheiligste Moeder, maak dat ik geloof! De Heilige Rozenkrans, supplement, 2e geheim van het licht.

Mgr. Echevarría, de heilige Jozefmaria en D. Álvaro del Portillo bidden de rozenkrans.

De heilige Johannes heeft in zijn evangelie mooie woorden van Maria opgenomen bij gelegenheid van een gebeurtenis waarover we al hebben nagedacht: de bruiloft van Kana. De evangelist vertelt ons dat Maria zich tot de bedienden richtte en zei: Doet maar wat Hij u zeggen zal (Joh 2, 5). Daar gaat het om: de mensen naar Jezus brengen om Hem te vragen: Domine, quid me vis facere, Heer, wat wilt Gij dat ik doe? (Hand 9, 6).

Het christelijk apostolaat — en ik heb het nu over dat van gewone christenen, van mannen en vrouwen die leven zoals hun medemensen — is één grote catechese waarin het verlangen naar God wordt gewekt door het persoonlijk contact en een trouwe en hechte vriendschap, en waarbij hulp wordt geboden om nieuwe horizonten te ontdekken: op een natuurlijke manier, in alle eenvoud zoals ik al zei, door het voorbeeld van een geloof dat in praktijk wordt gebracht, door een vriendelijk woord, maar met de kracht van de goddelijke waarheid.

Wees moedig. Jullie kunnen rekenen op de hulp van Maria, Regina apostolorum, koningin van de apostelen. Zij zal haar kinderen hun verantwoordelijkheid voorhouden, zonder daardoor minder moeder te zijn. Maria bewijst degenen die naar haar toegaan en over haar leven mediteren altijd de enorme gunst hen naar het kruis te brengen om hen het voorbeeld van de Zoon van God voor ogen te houden. Bij deze ontmoeting die beslissend is voor het christelijk leven komt Maria te hulp, opdat ons gedrag uitmondt in de verzoening van de jongere broer — dat zijn wij: jij en ik — met de eerstgeboren Zoon van de Vader.

Aan veel bekeringen en beslissingen om zich over te geven in dienst van God is een ontmoeting met Maria voorafgegaan. Onze Lieve Vrouw heeft ons gesteund op onze zoektocht en ze heeft de onrust in onze ziel met moederlijke zorg omringd en ons geholpen om te veranderen en naar een nieuw leven te verlangen. En zo heeft het doet maar wat Hij u zeggen zal tot een edelmoedige overgave geleid, tot de christelijke roeping die sindsdien heel ons leven verlicht. Christus Komt Langs, nr. 149.