Veertigdagentijd 2018: Opnieuw kunnen beginnen met liefhebben

"Het Pasen van de Heer nadert weer! Om ons hierop voor te bereiden biedt de Voorzienigheid van God ons de Veertigdagentijd aan, 'het sacramentele teken van onze bekering'", aldus paus Franciscus in zijn boodschap voor de Veertigdagentijd 2018.

Door het hand over hand toenemen van de zonde zal de liefde van de meesten verkoelen” (Mt. 24, 12)

Geliefde broeders en zusters,

1. Het Pasen van de Heer nadert weer! Om ons hierop voor te bereiden biedt de Voorzienigheid van God ons de Veertigdagentijd aan, “het sacramentele teken van onze bekering”.[1] De Veertigdagentijd verkondigt en verwezenlijkt de mogelijkheid om naar de Heer terug te keren met heel ons hart en heel ons leven.

Ook dit jaar wil ik met deze boodschap heel de Kerk helpen in deze tijd van genade in vreugde en waarheid te leven; en ik doe dit door mij te laten inspireren door een uitdrukking van Jezus in het evangelie van Matteüs: “Door het hand over hand toenemen van de zonde zal de liefde van de meesten verkoelen” (Mt. 24, 12).

Deze zin staat in het gesprek dat het einde der tijden betreft en dat zich afspeelt in Jeruzalem op de Olijfberg, juist daar waar het lijden van de Heer zal beginnen. Als antwoord op een vraag van de leerlingen verkondigt Jezus een grote rampspoed en beschrijft de situatie waarin de gemeenschap van gelovigen zich zou kunnen bevinden: ten overstaan van droevige gebeurtenissen zullen sommige valse profeten velen bedriegen, en wel zo dat zij in de harten de liefde die het middelpunt is van heel het Evangelie, dreigen uit te doven.

De valse profeten

2. Laten wij naar deze passage luisteren en ons afvragen: welke vorm nemen de valse profeten aan?

Zij zijn als “slangenbezweerders”, dat wil zeggen ze profiteren van de menselijke emoties om mensen tot slaaf te maken en hen te brengen waarheen zij willen. Hoeveel kinderen van God worden beïnvloed door de verlokkingen van kortdurend genot dat met geluk wordt verward! Hoeveel mannen en vrouwen leven als betoverd door de illusie van het geld, die hen in werkelijkheid tot slaven maakt van winst en bekrompen belangen! Hoevelen leven met het idee dat zij aan zichzelf genoeg hebben maar die aan eenzaamheid ten prooi vallen.

Andere valse profeten zijn de “charlatans” die eenvoudige en onmiddellijke oplossingen voor het lijden aanbieden, geneesmiddelen die echter in het geheel niet blijken te werken: hoeveel jongeren worden valse geneesmiddelen als drugs, "wegwerprelaties" en gemakkelijk maar oneerlijk geen aangeboden! Hoevelen zijn er verstrikt in een volstrekt virtueel leven, waarin relaties eenvoudiger en sneller lijken om vervolgens op dramatische wijze zinloos te blijken! Deze bedriegers die waardeloze dingen aanbieden, nemen daarentegen weg wat kostbaar is, zoals waardigheid, vrijheid en het vermogen om lief te hebben. Het is het bedrog van de ijdelheid dat ons ertoe brengt als pauwen onze veren op te zetten ... om vervolgens tot het belachelijke te vervallen; en van het belachelijke is geen terugkeer mogelijk. En dit verwondert niet: de duivel, die “een leugenaar, ja de aartsleugenaar is” (Joh. 8, 44), houdt het kwaad als het goede voor om het menselijk hart in verwarring te brengen. Ieder van ons is daarom geroepen in zijn hart te onderscheiden en te onderzoeken of hij wordt bedreigd door de leugens van deze valse profeten. Men moet leren niet bij het onmiddellijke, oppervlakkige niveau stil te blijven staan, maar te herkennen wat binnen in ons een goede en duurzamere indruk achterlaat, omdat het van God komt en werkelijk van waarde is voor ons welzijn.

Een kil hart

3. Dante Alighieri stelt in zijn beschrijving van de hel de duivel voor als zittend op een troon van ijs;[2] hij woont in het ijs van de verstikte liefde. Laten wij ons dan afvragen: hoe verkoelt in ons de liefde? Wat zijn de signalen die erop wijzen dat in ons de liefde dreigt uit te doven? Wat de liefde uitdooft, is vooral de geldzucht, “de wortel van alle kwaad” (1 Tim. 6, 10); hierna komt dat wij God en dus het vinden van troost in Hem afwijzen door onze troosteloosheid te stellen boven de troost van zijn Woord en van de Sacramenten. [3] Dit alles verandert in geweld dat zich richt tegen hen die als bedreiging van onze “zekerheden” worden gezien: het kind dat nog niet geboren is, de zieke oudere, de gast die op doortocht is, de vreemdeling, maar ook de naaste die niet beantwoordt aan onze verwachtingen.

Ook de schepping is een stille getuige van deze verkilling van de liefde: de aarde wordt vergiftigd door afval dat uit zorgeloosheid en eigenbelang wordt weggeworpen; de zeeën, die eveneens vervuild zijn, herbergen helaas de lichamelijke overschotten van zoveel schipbreukelingen van gedwongen migratie; de hemel - die in Gods plan zijn heerlijkheid bezingt - wordt doorkliefd door machines die dood en verderf zaaien.

De liefde verkoelt ook in onze gemeenschappen: in de apostolische exhortatie Evangelii Gaudium heb ik getracht de duidelijkste tekenen van dit gebrek aan liefde te beschrijven. Dat zijn: egoïstische laksheid, steriel pessimisme, een neiging om zich te isoleren en zich in te laten met voortdurende broederoorlogen, een wereldse mentaliteit die ertoe leidt zich alleen maar bezig te houden met wat uiterlijk is, en zo het missionair elan vermindert.[4]

Wat te doen?

4. Als wij in ons binnenste en rondom ons de zojuist beschreven signalen zien, dan reikt de Kerk, onze moeder en leermeesteres, ons met het soms bittere medicijn van de waarheid in deze tijd van de Veertigdagentijd het zoete geneesmiddel van gebed, aalmoes en vasten aan.

Door meer tijd te besteden aan het gebed, maken wij het voor ons hart mogelijk de geheime leugens te ontdekken waarmee wij onszelf bedriegen, [5] om ten slotte de troost van God te zoeken. Hij is onze Vader en wil voor ons het leven.

Het geven van aalmoezen bevrijdt ons van hebzucht en helpt ons te ontdekken dat de ander mijn broeder of zuster is: wat ik heb, is nooit alleen van mij. Hoezeer zou ik willen dat de aalmoes voor allen zou veranderen in een ware levensstijl! Hoezeer zou ik willen dat wij als christenen het voorbeeld van de apostelen zouden volgen en in de mogelijkheid van onze goederen samen te delen met anderen een concreet getuigenis zouden zien van de gemeenschap die wij in de Kerk beleven. Wat dit betreft, maak ik de aansporing van de heilige Paulus tot de mijne, toen hij de Korinthiërs uitnodigde tot de collecte voor de gemeenschap van Jeruzalem: ”Ik geef u in dezen een raad die u van pas kan komen” (2 Kor. 8, 10). Dit geldt in het bijzonder in de Veertigdagentijd, waarin veel organisaties collectes houden ten gunste van Kerken en volken in moeilijkheden. Maar hoezeer zou ik ook willen dat wij in onze dagelijkse relaties ten overstaan van iedere broeder en zuster die om hulp vraagt, zouden bedenken dat daar een oproep van de goddelijke Voorzienigheid is: iedere aalmoes is een gelegenheid om deel te nemen aan de Voorzienigheid van God jegens zijn kinderen; en als Hij zich vandaag van mij bedient om een broeder of zuster te helpen, zal Hij dan morgen ook niet voorzien in mijn noden, Hij die zich niet laat overwinnen in edelmoedigheid? [6]

Vasten ontneemt ten slotte onze gewelddadigheid haar kracht, ontwapent ons en vormt een belangrijke gelegenheid om te groeien. Enerzijds maakt vasten het ons mogelijk te ervaren wat allen ondervinden die ook aan het strikt noodzakelijke gebrek hebben en de dagelijkse greep van de honger kennen; anderzijds brengt het de toestand van onze geest tot uitdrukking die hongert naar goedheid en dorst naar het leven van God. Vasten maakt ons wakker, het doet ons meer letten op God en de naaste, het wekt de wil weer op om aan God te gehoorzamen, de Enige die onze honger verzadigt.

Ik zou willen dat mijn stem verder zou gaan dan de grenzen van de katholieke Kerk om u allen te bereiken, mannen en vrouwen van goede wil, die openstaan voor het luisteren naar God. Als u, evenals wij, bedroefd bent om het hand over hand toenemen van de ongerechtigheid in de wereld, als de kilte die de harten en het handelen verlamt, u zorgen baart, als u de zin van gemeenschappelijk mens-zijn minder ziet worden, sluit u dan bij ons aan om God gezamenlijk aan te roepen, om samen te vasten en samen met ons te geven zoveel u kunt, om onze broeders en zusters te helpen!

Het vuur van Pasen

5. Ik nodig vooral de leden van de Kerk uit om ijverig, gesteund door aalmoes, vasten en gebed, de weg van de Veertigdagentijd op te gaan. Als de liefde in zoveel harten soms lijkt uit te doven, dan dooft zij niet uit in Gods hart! Hij geeft ons steeds nieuwe gelegenheden om opnieuw te kunnen beginnen met liefhebben.

Een gunstige gelegenheid zal ook dit jaar het initiatief “24 uur voor de Heer” zijn, dat ertoe uitnodigt het Sacrament van Boete en Verzoening te vieren in een context van eucharistische Aanbidding. In 2018 zal dit plaatsvinden op vrijdag 9 en zaterdag 10 maart, geïnspireerd door de woorden van psalm 130, 4: “Maar bij U vind ik vergeving”. (Ps. 130, 4) In ieder bisdom zal minstens één kerk gedurende 24 uur achter elkaar open blijven en de mogelijkheid voor een gebed van Aanbidding en sacramentele Biecht aanbieden.

In de Paasnacht zullen wij de schitterende ritus van het ontsteken van de Paaskaars opnieuw beleven: ontstoken aan het “nieuwe vuur”, zal het licht langzamerhand de duisternis verdrijven en de liturgische gemeenschap weer verlichten. “Het licht van Christus’ glorievolle verrijzenis moge uit ons hart en onze geest de duisternis verdrijven”, [7] opdat wij allen de ervaring van de leerlingen van Emmaus opnieuw beleven: luisteren naar het woord van de Heer en ons voeden met het eucharistisch Brood zal het ons hart toestaan opnieuw van geloof, hoop en liefde te branden.

Ik zegen u en bid voor u. Vergeet niet voor mij te bidden.

Uit het Vaticaan, 1 november 2017.
Hoogfeest van Allerheiligen

Franciscus


1. Romeins Missaal, Eerste zondag van de Veertigdagentijd, Gebed.

2. "Lo 'mperador del doloroso regno / da mezzo 'l pezzo uscia fuor de la ghiaccia" ("De heerser van het rijk der smarten / stak vanaf het middel uit het ijs"). Inferno, XXXIV, 28-29).

3. "Het is merkwaardig, maar zeer vaak zijn wij bang voor troost. voor getroost worden. Wij voelen ons veiliger in droefenis en troosteloosheid. Weet u waarom? Omdat wij ons in droefenis als het ware hoofdrolspelers voelen. Bij troost is daarentegen de Heilige Geest de hoofdrolspeler" (Angelus, 7 december 2014).

4. Evangelii Gaudium, nrs. 76-109.

5. Vgl. Benedictus XVI, encycliek Spe Salvi, nr. 33.

6. Vgl. Pius XII, encycliek Fidei donum, III

7. Romeins Missaal, Paaswake.

© 2017, Libreria Editrice Vaticana / Nederlandse Bisschoppenconferentie / rkkerk.nl
Vert. uit Italiaans: drs. H.M.G. Kretzers.