“Houd mij vast, verlaat mij niet!”

Laten we Jezus eraan herinneren dat we kinderen zijn. En kinderen, heel kleine kinderen, moeten heel wat doorstaan als ze de trede van een trap op willen! Het lijkt dat ze hun tijd verspillen. Maar ineens is het zover.

Een trede en nog een trede. Op handen en voeten en met inspanning van hun hele lijfje behalen zij een nieuwe overwinning: weer een trede, en nóg een. Een hele onderneming! Het is bijna boven..., maar dan stapt het mis... en boem!... is het weer beneden. Huilend en vol butsen staat het arme kind weer op en begint opnieuw aan de beklimming. Jezus, zo vergaat het ons, als we op onszelf aangewezen zijn. Neem ons, als de grote en goede Vriend van het kleintje, in uw liefdevolle armen. Laat ons niet aan onszelf over tot wij boven zijn. En dan - ja dan - zullen wij aan uw barmhartige Liefde kunnen beantwoorden en U met kinderlijke moed zeggen: Lieve Jezus, behalve Jozef en Maria heeft geen sterveling U bemind zoals ik U bemin en die zal er ook nooit komen..., ook al zijn er heel wat 'dwaze' mensen geweest.
De Smidse, 346

Ik ga hardop verder met mijn gebed en ieder van ons zou in stilte kunnen bekennen: Heer, ik ben weinig waard, ik ben dikwijls een lafaard! Ik heb bij die en die gelegenheid, in deze en in die andere zaak, veel fouten gemaakt! En desondanks kunnen we uitroepen: Heer, wat goed dat U mij bij de hand genomen hebt, want ik voel dat ik tot alle laagheden in staat ben. Laat me niet los, laat me niet alleen, behandel me als een kind. Help mij sterk, dapper en integer te zijn. Help mij, want ik ben een onbeholpen schepsel. Neem mij bij de hand, Heer, en zorg ervoor dat uw Moeder naast mij staat om me te beschermen. En zo, possumus, zullen we het kunnen, zullen we in staat zijn om U als voorbeeld te nemen! Het is niet aanmatigend om possumus te zeggen! Jezus laat ons deze goddelijke weg kennen en Hij wil dat wij die inslaan. Hij heeft die voor ons, die zo zwak zijn, menselijk en begaanbaar gemaakt. Daarom heeft Hij zich zo klein gemaakt. Dit is de reden waarom Hij zich zo vernederd heeft en de natuur van een slaaf heeft aangenomen; Hij, de Heer, die als God gelijk is aan de Vader; Hij maakte zich klein in majesteit en macht, maar niet in goedheid of barmhartigheid (H. Bernardus, Sermo in die Nativitatis, 1,1-2 [PL 183, 115]).

In zijn goedheid wil God ons de weg vergemakkelijken. Laten we de uitnodiging van Jezus niet afwijzen, niet nee tegen Hem zeggen, of ons doof houden voor zijn roepen. Want er is geen excuus, we hebben geen enkele reden om te denken dat we het niet kunnen. Hij heeft het ons door zijn voorbeeld laten zien. Daarom vraag ik jullie met heel mijn hart, broeders, laat dit kostbare voorbeeld niet vergeefs zijn, maar volg Hem na en vernieuw je door bezinning van je hart (H. Bernardus, ibid., 1, 1).

Christus komt langs, 15

Ontvang berichten per e-mail

email