“Veertigdagentijd: Een beetje dichter bij God komen”

Een beetje dichter bij God komen, wil zeggen bereid zijn tot een nieuwe bekering, tot verbeteren, tot aandachtig luisteren naar zijn ingevingen - deze heilige verlangens die Hij in onze ziel doet opwellen - en ze in daden omzetten. (De Smidse, 32)

We zijn de Veertigdagentijd begonnen, een tijd van boete, zuivering en bekering. Het is niet eenvoudig dit in praktijk te brengen; het christendom is geen gemakkelijke weg. We kunnen ons niet tevreden stellen met in de Kerk te zijn en de jaren voorbij te laten gaan. In ons leven, in het leven van de christen, is de eerste bekering belangrijk – ieder van ons herinnert zich dat unieke moment waarop ons duidelijk werd wat Onze Lieve Heer van ons vraagt – maar nog belangrijker en moeilijker zijn de bekeringen die daarop volgen.

Om het werk van de goddelijke genade te vergemakkelijken moet onze ziel jong blijven, moeten we bidden, naar God luisteren en ontdekken wat we verkeerd doen en daar vergiffenis voor vragen. Invocabit me et ego exaudiam eum, als gij Mij roept, zal Ik u verhoren, lezen we in de liturgie van deze zondag. (Ps. 90, 15 [Introïtus van de Mis])

Is het niet geweldig te zien hoe God voor ons zorgt, hoe Hij voor ons klaarstaat en op ieder ogenblik aandacht heeft voor wat de mens Hem zegt? Hij luistert altijd naar ons, maar in het bijzonder vandaag nu ons hart open staat en het zich wil zuiveren. Wat een vermorzeld en deemoedig hart (Ps. 50, 19) aan Hem vraagt, zal Hij zeker niet naast zich neerleggen.

Christus komt langs, 57

Ontvang berichten per e-mail

email