“Van elkaar houden, elkaar helpen”
Met veel aandrang predikte de apostel Johannes het mandatum novum, het nieuwe gebod: “Hebt elkaar lief!” Ik zou jullie op de knieën willen smeken - zonder theater, want het komt recht uit mijn hart - om uit liefde tot God van elkaar te houden, elkaar te helpen, elkaar de hand te reiken, elkaar te vergeven. Geef daarom geen ruimte aan de hoogmoed! Heb begrip voor elkaar, verzorg de naastenliefde, help elkaar met gebed en oprechte vriendschap. (De Smidse, 454)
Alleen al omdat zijn zoon, na hem in de steek gelaten te hebben, terugkomt, bereidt hij een feest; waarmee zal Hij ons dan wel niet verblijden, als wij zorgen altijd aan zijn zijde te verkeren?
Laten we dus vooral niet blijven denken aan de beledigingen die we moesten incasseren, aan de vernederingen die we ondergaan hebben —hoe onterecht, onheus en onbehouwen ook— het past niet bij een kind van God …