Bericht van de prelaat (20 april 2024)

Als voorbereiding op het volgende Jubeljaar, moedigt de prelaat van het Opus Dei ons aan om ons te verenigen met het Jaar van Gebed, wat uitgeroepen is door de Heilige Vader.

Bericht van de prelaat (20 april 2024)

Mijn geliefde dochters en zonen, moge Jezus jullie behoeden!

Er zijn al drie maanden voorbij sinds de Paus ons uitnodigde om, ter voorbereiding op het volgende Jubileum, "de grote waarde en absolute noodzaak van het gebed opnieuw te ontdekken in ons persoonlijke leven, in het leven van de Kerk en in de wereld" (Angelus, 21 januari 2024).

Het is een herontdekking die we, met Gods genade, elke dag op verschillende manieren kunnen doen. Soms zullen we de blik van de Heer herontdekken, die ons leidt naar een beschouwing die voortkomt uit liefde. Op andere momenten zal het gebed zich meer voordoen als een persoonlijke inspanning en een strijd tegen alles wat ons van de Heer zou kunnen afleiden. Vaak komt de dialoog met God tot uiting in mondelinge gebeden die we in onze kindertijd geleerd hebben en die ons leiden naar een constante houding van aanbidding en smeken.

In elk geval worden al deze manieren van bidden gevoed door dezelfde geest, zoals de heilige Jozefmaria zei: "Ik durf te zeggen, zonder bang te zijn dat ik me vergis, dat er vele, oneindig vele manieren van bidden zijn. Maar ik zou voor ons allemaal het authentieke gebed van de kinderen van God willen"(Vrienden van God, nr. 243). Het besef dat we tot de familie van God behoren zal ons helpen om altijd te bidden met het vertrouwen en de eenvoud van kinderen.

Ik zou in het bijzonder willen aandringen op het smeekgebed. Er zijn veel dingen om voor te bidden, zoals ik jullie de afgelopen maanden heb herhaald: vrede in de wereld, de Kerk, het Werk. Het is een mysterie dat God erop rekent dat wij Hem om dingen vragen. Het is niet omdat Hij het nodig heeft, maar omdat het feit alleen al dat we het vragen iets goeds voor ons is. Op die manier erkennen we dat we het niet alleen kunnen en zijn we bereid om Gods genade te aanvaarden. In deze zin vraag ik jullie nogmaals om te blijven bidden voor het werk van de aanpassing van de statuten. Zoals ik dikwijls zeg: het gaat goed, want alles komt ten goede (omnia in bonum). Maar als we meer bidden, dan zal het nog beter gaan.

Met al mijn genegenheid zegen ik jullie,

jullie Vader

Fernando Ocáriz

Rome, 20 april 2024